Overslaan en naar de inhoud gaan

Verleden en toekomst van de elektrische wagen in vijf etappes

In 2010 vond je in Europa amper laadpalen. Vandaag zijn er maar liefst 112.500 plaatsen waar je je elektrische wagen kunt opladen.

Link symbol Kopieer link
Gekopieerd
Lampiris_voitures_electriques

Stoten benzine- en dieselwagens hun laatste dampen uit? Als je een recent rapport van de ING-bank mag geloven, wel. De studie zegt dat tegen 2035 alle nieuw verkochte wagens in Europa elektrisch aangedreven zullen zijn. Ter vergelijking: in 2013 werden er in de EU amper 50.000 elektrische wagens verkocht, 0,4% van de totale verkoop. Van een (r)evolutie gesproken!

Verleden en toekomst van de elektrische wagen: het prille begin

Elektrische wagens zijn altijd populair geweest. Aan het eind van de 19de eeuw reden er al elektrisch aangedreven autootjes rond. Maar ze werden al snel uit de markt gekegeld door de veel goedkopere en snellere wagens met een verbrandingsmotor. Vooral de razend populaire Ford T, geïntroduceerd in 1908, betekende de toenmalige doodsteek voor de elektrische wagen. Pas in het begin van de eenentwintigste eeuw, onder invloed van de stijgende olieprijs, nam de belangstelling opnieuw toe. De Toyota Prius, een hybridewagen, was een instant succes. Voor een echte stroomversnelling is het wachten tot de komst van de Tesla Roadster, in 2008. De sportieve bolide was de eerste elektrische wagen die met één laadbeurt 320 kilometer ver kon rijden. Gesterkt door het succes ontwikkelde Tesla het revolutionaire Model S. Voor het eerst verscheen er op straat een wagen die de competitie met een klassieke auto kon doorstaan. Een mijlpaal, zo bleek achteraf …

Stevige concurrentie

Het succes van Tesla bleef immers niet onopgemerkt door de traditionele autobouwers. Nieuwe modellen rolden van de lopende band. Renault kwam op de proppen met de ZOE, BMW bedacht de i3 en Nissan introduceerde de Leaf, met 260.000 exemplaren de bestverkochte elektrische wagen sinds 2010. Volgens Gareth Dunsmore, directeur elektrische voertuigen van Nissan Europe, kunnen de meeste chauffeurs zich vandaag een elektrische auto permitteren. Tien jaar geleden was dat nog niet het geval. 2016 was met 750.000 verkochte elektrische voertuigen wereldwijd trouwens een recordjaar. Vandaag hebben alle grote autobouwers verschillende elektrische modellen in de pijplijn zitten. Verwacht wordt dat die de verkoop een fikse boost zullen geven. Volkswagen bijvoorbeeld wil tegen 2025 maar liefst 80 EV’s op de markt brengen, waaronder 30 hybride modellen. Volvo schakelt zelfs een versnelling hoger: de Zweedse constructeur gaat vanaf 2019 alleen nog maar elektrische wagens en hybriden bouwen.

Laadpalen bij de vleet

In 2010 vond je in Europa amper laadpalen. Vandaag zijn er maar liefst 112.500 plaatsen waar je je elektrische wagen kunt opladen. Nu er een uitgebreid netwerk bestaat, verschuift de focus naar snelle laadpunten. Volgens ING zal het nog dit jaar mogelijk zijn om een batterij op te laden in amper 20 minuten. Goed voor 300 kilometer elektrisch rijplezier! Europese netwerkoperatoren slaan de handen in elkaar zodat elektrische chauffeurs zorgeloos door Europa kunnen zoemen.

Betere batterijen

De meeste elektrische voertuigen maken gebruik van een lithium-ion-batterij. De batterijprijzen zijn de afgelopen jaren gekelderd. Een elektrische batterij kost vandaag 80% minder dan zeven jaar geleden. Volgens David Greenwood van de Universiteit van Warwick is de densiteit van de batterijen, een maatstaf van het rijbereik, in 15 jaar tijd verdubbeld. Samengevat: je betaalt vandaag minder voor een batterij en je rijdt er ook nog eens vérder mee. De meeste elektrische voertuigen hebben nu een autonomie van pakweg 240 kilometer. Al kan je met sommige Tesla’s bijna 600 kilometer ver rijden. Hoe dan ook: de beperkte autonomie van de meeste elektrische wagens blijft een teer punt. Veel chauffeurs knappen er nog altijd op af. Volgens ING is er vanaf 2020 geen excuus meer. Toyota, Volkswagen en Bosch werken aan een nieuw type batterij dat het twee, drie keer langer uithoudt dan vandaag. De Gigafactory van Tesla moet de prijzen verder naar omlaag duwen.

Overheden steunen aankoop elektrische wagen

Ook de Europese regeringen hebben de voorbije tien jaar hun duit in het zakje gedaan. Premies moeten chauffeurs naar elektrische wagens lokken. In 2011 gaf de Britse overheid een bedrag van 5.600 euro aan kopers van een elektrische auto. In de loop der jaren is die subsidie met amper 560 euro gedaald. Britten die vandaag een EV aanschaffen, kunnen nog altijd rekenen op een cadeautje van meer dan 5.000 euro. De inspanningen blijven niet zonder succes. Vorig jaar kwamen er in het Verenigd Koninkrijk meer dan 36.000 elektrische voertuigen bij. In 2011 klokte de verkoop af op amper 1.100 exemplaren. Noorwegen is de beste leerling van de klas. Het Scandinavische land is het walhalla van de elektrische wagen: nergens ter wereld rijden er in verhouding tot de bevolking zo veel elektrische voertuigen rond. Duitsland wil een heuse ommekeer teweegbrengen. Onze oosterburen hebben daar maar liefst 1 miljard euro voor over. Over Deutsche Gründlichkeit gesproken … Ook Vlaanderen moedigt elektrisch rijden aan. Met premies van 2.000 tot 4.000 euro, afhankelijk van de aankoopprijs van de wagen. De Vlaamse overheid heeft daarvoor een spaarpotje aangelegd van 5 miljoen euro. Het systeem staat op het punt te veranderen, maar de nieuwe regeling moet eerst nog goedgekeurd worden.

 

Jawel, tegen 2035 stoot de elektrische auto diesel- of benzinewagens in Europa van de troon

10.000 kilometer gratis